Geschiedenis
Een stukje geschiedenis van het zilveronderhoud
Vanaf de 15e tot de 19e eeuw werd in Europa en in het bijzonder in de Nederlanden, het bruneren door de zilversmeden tot een hoog ambacht verheven. Door middel van speciale hamertjes, bruineerstalen genoemd, werd het zilver bewerkt. Afhankelijk van het voorwerp werden bruineerstalen van bloedsteen, jaspin of agaat gebruikt samen met een organische zeep. Deze vorm van bewerken zorgde ervoor dat zilver langer zijn glans behield dan met slijpen of polijsten.
Het bruineren of bruneren is een behandeling waarbij het oppervlak van het edelmetaal zachtjes wordt beklopt door kogeltjes (coldhammering), die in een bad met zeep continu over het voorwerp heen rollen. Hierdoor vervagen krasjes en andere oneffenheden. Het beschadigde oppervlak wordt als het ware met het eigen zilver weer ingevuld, met behoud van karakteristiek. Ook wordt het oppervlak gehard waardoor de levensduur toe neemt. Er wordt geen zilver verwijderd zoals bij handmatig poetsen met een crème, bij behandeling in chemicaliën of middels electrolyse. Het gesloten oppervlak zorgt dat er minder vuil opgenomen wordt. Dit is meteen een antibacteriële behandeling en het zilver wordt weer schitterend.